FRATELLI MANCUSO - MANZAMA

Ik weet helemaal niet of in ons apenlandje de Siciliaanse broers Enzo en Lorenzo Mancuso populair zijn of niet, maar gelet op het feit dat ze uit de regio Caltanissetta, stammen, een relatief kleine gemeenschap, waaruit ook honderden mensen naar België verkasten om er als gastarbeider te komen werken, zou het me niet verbazen mochten ze in de Siciliaanse gemeenschappen van Henegouwen of Limburg een heuse status hebben. Een vijftal jaar geleden, toen Mons culturele hoofdstad van Europa was, hebben ze daar opgetreden, maar ik heb dat concert niet gezien en kan er dus niks over zeggen.

De broers kwamen in Londen terecht, waar ze in de metaalindustrie gingen werken, maar ze bleven, deels uit heimwee, ook daar zingen, met steeds groter wordend succes en zo werden ze haast per ongeluk beroepsmuzikanten. De drang naar het moederland bleef echter groot en begin jaren ’80 verhuisden de broers terug naar Italië: Umbrië werd hun nieuwe thuisregio en met die terugkeer naar huis, kwam ook de kans om nu, beetje bij beetje, succesvol te worden in heel Italië. Eind vorige eeuw, in 1997 om precies te zijn, kwam de grote doorbraak met de plaat “Bella Maria”. De broers kregen stilaan een iconische status en traden wereldwijd op in de grootste zalen en op de meest belangrijke festivals.

Vandaag, nog eens een kwarteeuw later, brengen de heren hun achtste plaat uit en die lijkt een beetje een koerswijziging in te houden. Even uitleggen: het handelsmerk van de broers, is de wat schurende manier waarop ze samenzingen, zoals alleen mensen dat kunnen, die elkaar door en door kennen en aanvoelen. Heel vaak leidt dat tot de prachtigste harmonieën, terwijl het bij de Mancuso’s precies om het omgekeerde ging: dat schuurde en hikte tegen elkaar aan op zo’n ongewone manier, dat het op den duur precies de kracht van de samenzang ging uitmaken. Vandaag zouden duurbetaalde sociologen dat “disruptief” noemen, denk ik, maar goed: op de nieuwe plaat is dat bijzondere aspect zo goed als helemaal weg, al blijven de broers wel uit de traditionele -vaak religieuze- Siciliaanse gezangen putten.

Met de medewerking van een heus koor, een strijkkwartet en een panoplie van mediterraanse en midden-Europese instrumenten, van de oud tot de baglama en de duduk…een heuse optocht van instrumenten, die in nogal wat van de gevallen bespeeld worden door de broers zelf, dier niet minder dan acht voor hun rekening nemen.

Dat zijn allemaal elementen, puzzelstukjes, van een plaat die in het begin een beetje tegenwringt, maar die, naarmate je er meer vertrouwd mee geraakt, plaats maakt voor een uur volgehouden weemoed in heel veel variëteiten. Eens je -figuurlijk- de taal van de broers gaat begrijpen, ontdek je een wereld die, net als het boekje dat erbij hoort, een fraaie waaier van intense kleuren blijkt te bevatten. Ik mocht het zelf ondervinden: deze plaat werkt ongemeen verslavend en ze komt precies op tijd in deze donkere dagen tussen twee Corona-golven in. Fantastische plaat, voor wie diep wil graven!

(Dani Heyvaert)


Artiest info
   
 

Label: Squilibri
distr.: Xango

video